Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



91

Lotte (angstig), ’k Wou . .. ’k wou ...

De jonge pastoor, ’k Verbeeld me dat wij met elkaar wel eens mogen spreken ...

Lotte . . . Over ?

De jonge pastoor. Juist. . . Gaat u zitten .. Nee, ik kom geen duimschroeven aanleggen.

Lotte (in de war). Ik ... ben protestant. ..

De jonge pastoor. Dat wéét ’k. Peter en ik hebben destijds gecorrespondeerd, ’k Weet zoo wat alles. — Juffrouw Ricaudet — op de man af gevraagd — wat is u voornemens met m^n broer te doen?

Lotte (schuw). Voornemens?

De jonge pastoor. Ik vraag dat — en zonder omwegen — omdat ’k een beroep wil doen op uw gezond verstand, maar méér nog op uw goedheid. U is jong — en schandelijk onbezonnen — nee, wees maar niet bang — en — m’n broer is ’n kind . .. ’n Jongen van een-en-twintig kun je geen man noemen. Wij dachten — m’n vader en ik — dat hij van zelf tot inkeer zou komen en ’n zoo önzedelijke verhouding breken — onzedelijk in hóoge mate, dat zult u wel weten — of niet ? ...

Lotte (beangst-schuw)... Ik weet ’t niet —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.