Peter. Trouw jij ’n feministe!
82
Bart. Ik ben te weinig heer om ’n dame te trouwen. Nou? Je gezicht staat héél anders, ’k Heb satisfactie van m’n geredeneer. Jammer dat 7k geen tooneelspeler ben geworden.’k Zou zoo’n goeie raisonneur geweest zijn in stukken met ’n verdord vijgeblaadje, in kluchten met veel vrou-webeenen, in brandkast-drama’s en eertragedies. Voel je je wéér niet lekker?
Peter (gelaten-triestig). Weet je waarover ’k nou zit te tobben — na al die harde dingen van jou . . . Als ik dood zou gaan, dan zou Lotte ... God, Bart. . . dan zou Lotte ...
Bart. Alles begrijp jij verkeerd! Als iemand ’n paradox verdedigt door dik en door dun — neem jij ’t voor ernst op ... Kan jij geen gekheid ...
Peter. Gekheid!... Nee wees maar stil. Je heb — misschien met opzet één factor vergeten. Vrijwillig bij elkaar blijven, vrijwillig... En vrijwillig breken ... Wat ’n spot!
Bart. Ga je mee naar achter?
Peter. Wat moet ’k bij jou doen?
Bart. Prakkizeeren wie we kunnen oplichten! Toé, lach nou weer is! ’k Heb gister ’n reuzenontdekking gedaan; de heele Marxistische theorie