EERSTE BEDlllJF.
De huiskamer van een Tieerenboer in Zeeland, Vroeg-winteravond. Halfwege gedekte tafel.
EERSTE TOONEEL.
Moeder Dobbe. Gaaike.
Gaaike (dekkend). Wat ’n tafel! Dat ’s wel in geen tij jen gebeurd.
Moeder Dobbe. Je kan ’t niet weigeren — natuurlijk niet — maar als je me éérlijk vraagt. ..
Gaaike. Och kom, moedertje!. . .
Moeder Dobbe. Let op wat vader zegt — ik ken ’m precies.
Gaaike. Vader zal veel te blij zijn.
Moeder Dobbe. Jawel. Jawel. En Jozef? Je weet hoe-ie is. Ik vind ’t lang niet aardig, heele-maal niet aardig, niks aardig. Dat doe je niet als je naar huis verlangt. Net als je voor’t eerst
1