VII
Gegeven de werkelijkheidszin van het Hol-landsch publiek en het voorbeeld van Ghetto en Het Zevende Gebod, willen wij hopen dat er spoedig een theaterondernemer met voldoende kennis van leven en literatuur zal opstaan, om in ons land het evenwicht te herstellen. Wij, auteurs, zullen hem gaarne daarbij steunen — want voor niemand onzer kan het aangenaam zijn meê-ver werkt te worden in eene fabriek, terwijl toch véle teekenen er op wijzen dat er anders gearbeid zou kunnen worden. In de maatschappij waarin wij leven verlangen wij de bakens te verzetten zóóver dat in ons vermogen is. Thans modderen wij in een met Fransche, Duitsche, Engelsche, Noorsche, Italiaansche vlaggetjes gepavoiseerde trekschuit — en verbeelden ons dat het ons omgevend slootje, de rijke, levende Hollandsche zee is.
Herm. Heijermans Jr.
Amsterdam, Maart 1900.