Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



49

afgestole worre dat-je je laatste cent mot verstoke. Wil n wel geloofe dat ’k twaalef cente voor ’n kan olie betaal?

Peter. Twaalf cente?

Ant. Ricaudet. En op hoeveel kan schat u me wel in de week ? Sonder te liege, meneer — ’t is sonde dat 'k ’t woord seg — ik gebruik lijftien kan. Maar sièt-u, ’k heb ’n driepits.

Peter. Da’s ’n heele boel. (opstaand) Lotte zet je geen koffie klaar — blijf u meedrinken?

Ant. Ricaudet. Née, dat salie we nou is niet doen. Ik heb thuis ’n lekker prakkie van aare-peltjes en stokvisch en daar smelt ’k ’n klontje .boter in — en dat smaakt soo lekker, meneer, as of ’n engeltje op je tong.... — nou u weet wel wat ’k segge wil. Kom sta nou op. Hij wordt soo dik — hij kan ampertjes loope....

Ricaudet (opstaand). Dat ies nou de pot die de moer verwijt, mieneer. Toen wij trouwden hadden wij an een twijfelaar genoeg en nou

hahaha! hahaha!.... Awel mieneer iek was

zeer vereerd.

Ant. Ricaudet. Nou liefeling, kind, kom ons nou is gauwsies opsoeke. Meneer mot sich ook maar niet freemd houe. Al sijn we arrem....

4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.