Peter. Waar wil u ....
33
Moeder Dobbe. Hier m’n jongen. Geef jij je goeie ouwe maar ’n pakker. Zoo (schelt). In hoeveel tijd < is dat niet gebeurd? Dobbe ben je op Peter z’n kamer geweest?
Dobbe. Nee.
Moeder Dobbe. Nou dat’s erg jammer. In’t zeepbakkie heeft-ie z’n ring vergeten en ... (Meid met soeptrien. Een stilte).
Dobbe. Wil jij vandaag hardop bidden, Jozef?
De jonge pastoor. Hardop ? (Dobbe knikt) . . . „Onze Vader, die in de hemelen zijt! Geheiligd zij Uw Naam! Laat toekomen Uw rijk! Uw wil..
Einde van het Eerste Bedrijf.
3