Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



129

Dobbe. Maar dat schepsel mot ’r dadelijk af...

Engel. Maar meneer . . .

Dobbe. Als ik betaal — wie heeft dan de kamer gehuurd ? Basta!

Engel. Da’s wel waar — maar in sullek weer ’t vriest steen en been...

Dobbe. Dat mot zij weten, 7t Is hier geen logement.

Engel. Nee, dat is ’t hier net niet.

Dobbe. Mijn vrouw samen met zoo’n meid-van-de-straat. Als ’n fatsoenlijke vrouw moest je voelen dat ’t niet gaat...

Engel. Ja — daar kan ’k niks op segge. 7t Is wel hard, maar dat heit se vooruit gewete. (vertrouwelijk) En sóo’n lekkertje was ’t niet! As je d’r wat sei dan kreeg je de wind van voren...

Dobbe. (grommend) Zoo. Zoo.

Engel. En alles sleepte se van ’m naar de lommerd, meneer — ’n doos vól briefies... En ’k sal ’r geen eed op doen dat ’r geen andere heere boven kwamme as uw soon uit was ...

Dobbe. ’k Vraag je geen bijzonderheden. Schiet op!

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.