Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



128

Gaaike. Toe nou — toe nou (samen af in de sterfkamer).

DERTIENDE TOONEEL.

Dobbe. Engel.

Dobbe. Juffrouw!

Engel. Wat mot u?

Dobbe. Zit die — die — vrouw nog bij u ? Zoo* Nou — die mot de deur uit! En direkt!

Engel. Wel seker! ’n Schaap dat haast gek van verdriet is! En ’n beeste weer waarin je geen hond er uit sou jage! Ik ben dan nog sóo veel christen dat ’k voor me medemensch voel!...

Dobbe. Hou je mond maar! ’k Ben niks nieuwsgierig. Heb je ’n kruier bij de hand voor dat ding ?

Engel, ’k Sou nog net soo lief...

Dobbe. Hoe groot is je boekje?

Engel. Drie en sestig gulden en dan de schaai... en de...

Dobbe. Jawel! — Morgen zal ik je betalen.

Engel, (lief) Sie je — 'k wist wel dat meneer ...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.