Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



126

Gaaike. Suscht! Niet zeggen, toè niét zeggen. Later heb je er spijt van... Zet je hoed af. Zoo! En ...

Dobbe. Nou. Genoeg! (een stilte). Van jóu kan Jk ’t minst troost velen...

Gaaike. Van mij ’t minst... Waarom?

Dobbe. Dat weet je wel. Maar wat raakt ’t jullie! De een loopt van z’n ouders weg — de ander van d’r man...

Gaaike. Vin je dat ’t hier de plaats is, vadertje om zulke toespelingen ...

Dobbe. Hier en overal!.. . Als je ’n goèie dochter was, dan zou je je nou, juist noümetje man verzoenen — hij wil — hij wil...

Gaaike. En ik niet...

Dobbe. (grimmig) Nee —jij niet — ’t is om te ...

ELFDE TOONEEL.

Moeder Dobbe. De vorigen.

Moeder Dobbe. (schreiend) M’n lieve Peter — m’n ongelukkig kind ...

Gaaike. Moedertje...

Moeder Dobbe. O, dat mensch — ’k hoop dat God ’r straffen zal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.