Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



125

Gaaike. Vadertje — je weet wel, dat dat niet kan.

Dobbe. Doe wat ’k je zeg!

Gaaike. Nee — onder geen omstandigheden.

Dobbe. (ingehonden-iuoest) Dan zal ’k zelf (stapt op de deur toeaarzeltloopt grimmig op en neer). Vervloekt! Vei'vloekt! — Waar wil je heen?

Gaaike. ’k Wou...

Dobbe. Hiér blijven!

Gaaike. ’k Wou even naar de keuken ...

Dobbe. Nee. Komt niks van in. Mot je dat — dat kreatuur tegen d’r lijf loopen . ..

Gaaike. En als ’k nou, vadertje...

Dobbe. Als ... als ... ben jij dol geworden?

Gaaike. Als u Peter ziet liggen — en haar portret op ’t nachttafeltje — dan zult u misschien ook ’n klein beetje medelijden ...

Dobbe. (driftig) Hou je mond ! En geen stap uit de kamer!

Gaaike. Laten we geen scènes maken, vadertje. We hebben genoeg leed. Je ben nou wat prikkelbaar door je verdriet...

Dobbe. ’k Heb geen verdriet. Beter geen zoon dan ...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.