Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



113

Engel. (kwaadaardig) O, as ’k me niet inhield, juffrouw! Geen aasem van de vader, geen boe noch ba. Flessetrekkers sijn ’t — oplichters! Me kostelijk beddegoed en de drie-en-veertig gulden van ’t boekie.

De juffrouw-van-een-hoog. Ik sou ’m ’n deurwaarder op s’n dak sende.

Engel. Armoedsaaiers allemaal! Lees me soo’n brief-ie is: Amiese — dat seit amiese — amiese: het spijt me je te moete melde dat ik op ’t moment sellef geen cent besit. Valie — Vaalee — Yaalee. — Je vreet je op van senuwe. Je sou — Maar d’r klungels gaan ’t huis niet uit, nog geen hemd, nog geen sakdoek! Wil u is sakdoeke sien? Nou? Wat seit-u van soo’n boch? Daar sou ik de stof niet mee wille afneme. Sakdoeke van sèstig cent de twaalef!

De juffrouw-van-een-hoog. En da’s me ’t rok-kie wel!

Engel. En ’n hemde! Gemeenste geelkatoen dat je krijge kan — en — (vinnig-giegelend) hèhè-hèèè — hehehèèèè! — voel die borstrokke is!

De juffrouw-van-een-hoog. Vuiligheid, hoor !

Engel. Seit u maar smeerlapperij!

De juffrouw-van-een-hoog (in een doos snuffelend). Is dat sijn portret? ... Toch ’n knappe jongen . ..

8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.