Het zevende gebod

Titel
Het zevende gebod

Jaar
1899

Pagina's
143



101

Peter (zich over haar stoel buigend.) Zoo — zoo zoen ik die traantjes weg, die malle traantjes. Jij heb geen schuld en ik heb geen schuld {schuift een stoel bij). De fout is — dat ’k misschien te eerlijk, te mal verliefd op je ben geworden. Als ’k je — betaald had — zooals m’n vrienden ■’t doen — zouen ze ’t niet ernstig hebben opgenomen (leunt hijgend achterover) — zouen ze gezegd hebben — i] faut que — jeunesse — se passé — (moeilijk-glimlachend) datbeteekent — neem me niet kwalijk — de jeugd — moet geleefd worden — de jeugd moet uitrazen — bétaald — bétalend uitrazen ...

Lotte (opschrikkend). Peter — wat doe je .. . vreèmd...

Peter (de oogen gesloten) ... Ik voel me ’n beetje — duizelig — van de opwinding denk '’k. — Is Jr nog water in de karaft.

Lotte ... Peter, je maakt me angstig ...

Peter... ’t Zakt alweer — ik wor héélemaal ’n mannetje van pap ... (spottend) We moeten maar gauw ergens ’n villa koopen en buiten gaan leven ... Heb je nog water?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.