73
Hoek. Z’n neef is an’t ministerie.— Zeg—heb je gelezen dat Jansen pensioen heeft aangevraagd ?
Brand. Tja. Geen wonder ! Bij de laatste groote manoeuvres brengt-ie twee batterijen zoó dicht onder infanterievuur, dat ze radikaal buiten gevecht werden gesteld. Toen moesten de reserve-bataljons door den brigade-commandant in ’t vuur worden gebracht — precies te laat — ’t wier gewoon ’n càtàstrôphe — over de noodbrug van de genie moesten we terugtrekken — artillerie, cavalerie, infanterie,— ’n pracht van ’nbrug!— maar de blauwe partij had ’t voordeel — ’s x4vonds op ’t bal voor de officieren — door de burgerij aangeboden — bleef Jansen obstinaat — en Man, de brigade-commandant werd na de cotillon zóó nijdig om z’n absurde tegenspraak . . . Enfin, nou heeft-ie z’n zin — Jij kent ’m toch nog van de academie, Stam?...
Stam. Ja. Ja.
Brand (dampend) Ik marcheerde van Heerlen over Amstenrade — Half elf kwamen de brigades voor de vijandelijke stelling — die met kracht werd aangevallen — ze konden niet stand houen — de infanterie werkte prachtig — onversaagd rukten