Het pantser

Titel
Het pantser

Jaar
1902

Overig
Romantisch soldaten-spel

Pagina's
125



31

niet mooi. ’t Heeft m’n man vroeg ond gemaakt en mij — maar ik tel niet mee — ik ben bijzaak. — M’n man had zoo’ngroote carrière kunnen — en — dan gedwongen te worden eervol ontslag te nemen — En geen lettertje — geen lettertje — ’k zou zoo graag willen weten of ie nog leeft. . . (haar beurs openknippend en ’n portretje toonend). Daar heb u ’m. In m’n medal-jon durf ’k ’m niet dragen — m’n man — al z’n portretten heeft-ie verbrand ...

Frans. En de vrouw ? ...

Mevrouw Stam. . . Z’n . . . Z’n . . . Noemt u zoo’n schepsel ’n vróuw? — Nee. Ik niet. Wie’n zoon aftroggelt...

Frans. Mevrouw ... Ze hebben ’n kind.

Mevrouw Stam. Ja. Ja. Maar je toekomst vergooien èn de toekomst van je vader ... Mari was toen gelukkig te jong... De dag dat de ban werd uitgesproken — vergeten we nooit — nooit. Dat was verschrikkelijk. Vreeselijk. (een stilte) Is ’t dan wonder, meneer, dat m’n man ...

TIENDE TOONEEL.

Martha. De vorigen.

Martha. Waar zit je toch, maatje? Toe, kom nou bene jen. Jullie kruipen vandaag allemaal

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.