om de geschiedenis uit de eerste hand te horen. Het had niet mogen baten, haar moeder, die zelf oud-verpleegster was, had geen fiducie in de behandeling van haar dochter.
Het was Zwaantjes moeder geweest die na de geboorte van twee kinderen in de onderduik en drie na de oorlog geen volgende meer wilde, Mevrouw De Vries had zo vaak half lachend, half verontschuldigend beweerd dat zij in verwachting raakte wanneer een man haar slaapkamer binnenstapte. De jongste van het vijftal was net uit de luiers, zijzelf de tweeënveertig gepasseerd en vaak zo depressief dat zij in bed kroop zodra zij haar kinderen op school of bij buren had ondergebracht. Zij hield nog van haar man en hij hield nog van haar. Openlijk spraken zij over de nieuwe zwangerschap en besloten uiteindelijk samen dat dit zesde kind zou worden geboren. Mettertijd zou het prettige gevoel komen dat zij bij al haar andere zwangerschappen, onder invloed van de veranderde hormoonspiegel, steeds had gekend. Mettertijd zou zij de komst van dit kind aanvaarden. Wat mevrouw De Vries betreft, had het alleen tijd nodig.
Zwaantje was nog niet in de gelegenheid geweest om Joost te vertellen dat zij weer terug op de gewone verpleegafdeling was. toen zij haar moeder aan de lijn kreeg.
'Zwaantje, lieverd, hoe is het nu met je?'
'Goed. De behandeling is waarschijnlijk mislukt.'
‘Wat hebben ze toch met je gedaan?'
‘De hormoonbehandeling is wat uit de hand gelopen. Dat heb ik je al uitgelegd, terwijl ik nota bene doodziek was. Maar als ik hersteld ben. ga ik het weer proberen.'
'Denk je niet dat de artsen in zo'n katholiek ziekenhuis je leven in gevaar brengen? Dat zij, je koste wat het kost, zwanger willen laten worden?’
'Hou toch op.'
'Joost wil erg graag dat je zwanger wordt, misschien dat hij
83