Ze belde aan en floot nog eens door de brievenbus. Zwaantje hoorde hoe haar moeder eerst de tochtdeur dichtdeed voordat zij de voordeur opende.
‘Kom binnen, blijf daar niet zo in de kou staan!'
Mevrouw De Vries sloot de deur achter hen. De lome temperatuur die de centrale verwarming in het halletje verspreidde, was een luxe waaraan mevrouw De Vries zich na haar pensionering te buiten was gegaan. Zwaantjes mond werd droog. Een ronde cafékapstok nam de helft van de ruimte in. Zoenend botsten zij tegen elkaar op. terwijl Zwaantje haar jas uittrok. Hun wangen raakten elkaar. Het gezicht van haar moeder voelde altijd zachter dan Zwaantje zich herinnerde.
'Hallo, mam’, zei ze met schrale stem.
‘Kom binnen, daar is het warm. Wil je soep?’
Binnen nam mevrouw De Vries gewoontegetrouw Zwaantje op, als wilde zij haar dochter doorgronden. Zwaantje overwoog haar moeder door middel van lichaamstaal een subtiel seintje te geven dat er iets bijzonders aan de hand was, maar kon zich niet uiten. Zij keek haar moeder niet langer aan dan nodig was, schonk haar geen geheimzinnig lachje en dus beëindigde mevrouw De Vries haar onderzoek.
Zwaantje vertelde over het werk waarmee zij bezig was en zag dat haar moeder werkelijk haar best deed er belangstelling voor op te brengen.
‘Ik heb het aangenomen op grond van het eerste, algemene hoofdstuk dat de uitgever me had toegezonden. Ik moest een proefvertaling maken en daarover was hij nogal te spreken. Reuze gevleid, natuurlijk, maar ik heb de opdracht aangenomen zonder inzage te vragen in de rest van het boek. Ik moet er niet aandenken dat iemand als jij het nu zou lezen.'
Zij vertelde niets over de zwangerschap om een pijnlijke reactie te vermijden. Het was voor Zwaantje onmogelijk zich voor te stellen dat het voor haar moeder zou uitmaken dat deze dochter bezig was het leven door te geven,
20