Na u, mijne hooggeschatte geloofsgenooten, met dit stuk bekendgemaakt te hebben, is mijne hoop op u allen, waarde zoonen van den levenden God, die niet met de verpestende grondbeginselen dier God-verzakers besmet zijt, gij in ieder land, ja in iedere plaats, waar gij onder de bescherming van Uwe Vorsten leeft, onder u eene Commissie zult benoemen, niet alleen uit Rabbijnen, maar ook uit eenige der geachtste en voornaamste leden uwer gemeenten, ten einde deze gezamentlijk eene Synode vormen, en deze Synode zich beijvere, aan alle Regeringen hunner woonplaatsen een Protest in te leveren, met hunne respectable handteekeningen bekrachtigd; in welk Protest in klare, duidelijke woorden, met kennis van zaken, aan hunne Vorsten behoort verzocht te worden, niet te dulden dat deze zoogenaamde Rabbijnen hunne plannen doordrijven, wegens de schadelijke gevolgen die er voor de geheele Maatschappij uit geboren kunnen worden. Dit, mijne getrouwe broeders in het geloof! zal de poging der booswichten in de kiem verstikken. Tot het samenstellen van dusdanige Synode uit verschillende landen, zouden zich kunnen vereenigen een ROTSCHILD en FULDA uit Frankfort, een Sir Moses MONTEFIORE en Dr ADLER uit Londen, een WOLFF KIRSCH uit Parijs, een T. POLAK DANIELS in ’s-Gravenhage, een T. EZECHIELS te Rotterdam, een AKIBA LEHREN en E. B. RUBENS te Amsterdam, en meer anderen voorname en in algemeene achting staande mannen.
Eene vereeniging als deze zal de beste middelen weten te beramen om de boosheid dezer Rabbijnen-Vergadering te keer te gaan, en haar weldra geheel en al te doen verdwijnen.
O! Mogten deze woorden van eenen met den voet in het graf staanden grijsaard, die al zijne zorgen en moeite voor het vaderlijk Geloof veil heeft, en niets te zwaar acht wanneer het de handhaving van dat oude geloof betreft, met hart en ziel bij u aangenomen worden, ten einde alle snoodheid weldra als rook verdwijne, en de ver-metelen van de aarde uitgewischt worden. Dan zullen de regtvaar-digen het zien en zich innig verheugen, de vrome zal met vreugde juichen, en de wereld zal volmaakt worden door het rijk des Almach-tigen. Alle kinderen des vleesches zullen Zijnen naam aanroepen in trouw en waarheid. Alsdan zal het huis des Heeren een Bede-huis voor alle volken genoemd worden, om God met eerbied eenparig te dienen, zoo als in voormalige dagen, en in de jaren der oudheid, Amen.
AMSTERDAM,
Elul, A.M. 5605
Abm An Prins.
55