Bijlage
DE DICHTER EN DE DUIM
Het hier volgend exposé betreffende de muzikale carrière van Herman van den Bergh moge voor zichzelf spreken.
I DICHTUNG (chronologisch)
1. 1938. ‘Aanvankelijk was v. d. B. bestemd voor de muziekstudie en zou naar het Conservatorium te Praag gezonden worden om daar onder Sevjik viool te studeren. Na het afspringen van dit plan, nam hij, nog als student, bijwijlen een plaats in bij de violisten in het Amsterdamsch Concertgebouworkest.’
Autobiografisch - Herman van den Bergh, in Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden, pag. 125.
2. 1948. ‘Van den Bergh, die jong via muziekopleiding tot de literatuur kwam (hij was eenige jaren violist in het Concertgebouworkest)...’
Autobiografisch - Herman van den Bergh, secretaris van de Hoofdredactie, in Winkler Prins Encyclopaedie (6e druk) deel III, pag. 722.
3. 1962. ‘Hij studeerde rechten en promoveerde in 1919 op stellingen. Tussendoor had hij, van 1913 tot 1917, viool gespeeld in het orkest van Willem Mengelberg (voornamelijk onder de zeer door hem vereerde repetitor J. Martin S. Heukenrodt.’)
In interview met Ab Visser De Telegraaf (18 april 1962).
85