VERBODEN ZIONISME
gevoelige sector maakte de tegenstellingen tussen assimilanten en zionisten dagelijks scherper. De zionistische jongeren (een enkeling droeg later de jodenster met trots!) vreesden niemand. Wat vonden zij in dit gebed voor de regerende vorstin?
‘Hij, die hulp verleent aan koningen en heerschappij aan vorsten, wiens koningschap is een koningschap van alle eeuwigheid; Hij, die Zijnen dienaar David van het verderfelijke zwaard bevrijd heeft; die in de zee eenen weg, in geweldige wateren een pad baant - Hij zegene, hoede, hescherme, steune, verheffe en verhooge ten zeerste onze Gebiedster H. M. Koningin WILHELMINA, alsmede de Ko-ningin-Moeder ... en het geheele Koninklijke Huis, verheven zij hun luister! De Koning aller koningen behoude haar in Zijne barmhartigheid in ’t leven, hoede en redde haar van allen nood, kommer en ongeval; Hij onderwerpe volken aan hare voeten, doe hare vijanden voor haar vallen, en waarheen zij zich wendt, moge zij gelukkig zijn! -De Koning aller koningen in Zijne barmhartigheid legge in haar hart en in dat van al hare raadgevers en waardigheidsbekleders eene neiging tot goedgunstigheid, om ons en geheel Israël wel te doen. Dat in hare en onze dagen Juda geholpen worde en Israël veilig wone! Dat voor Tsion de Verlosser kome! Zoo zij het welgevallig; laat ons hierop zeggen: Amen!’
Het waren de jaren van de opkomst der N.S.B. Bernstein had reeds in 1934 op deze beweging gewezen. Zulks naar aanleiding van haar eerste opstelling tegenover de joden (brochure Actueele Vragen, pagina 27), waarin Mussert concludeert, dat in zijn partij voor zionisten geen plaats was. Wel voor de anderen, van wie er toch nog tientallen (en onder hen vooraanstaanden) toetraden. Joden die als ‘nationaal-Nederlandsch voelenden’ worden aanvaard. Daarvan streng onderscheiden de orthodoxen, wier religieuze overtuiging wordt gerespecteerd maar aan wie slechts de rol van gasten is toebedeeld.
‘Tenslotte echter de Joden, die geen deel hebben aan onze nationale gedachte, omdat voor hen nationaal niet beteekent Nederlandsch, doch Joodsch, en zulks niet uit religieuze overwegingen, doch uit ras-impul-sen. Aan hen dacht reeds Dr. Abraham Kuyper, toen hij in een artike-len-serie in ‘De Standaard’ van October 1878 de vraag stelde: In hoeverre kan een natie een andere natie, die zich niet met haar vereen-
79