J OEN 30ODSCHEN RAAD VOOR AMSTERDAM
i§lMf®®M®lil®*M§limiltlllMiti®lliSif''
ïtwoordelykhejd voo AAsscher en Prof
i
/•-.-o
«ft 5* » £k
*
Ja**** #ofc«* fcMF A«W0» «ft iftsr twtft**eéktel$«« gei&M5kt«t#fcft «ttgngg «net tfïsfcïo&ifc v«ri>ota* }
fce Mt**«» Atosrtejr&M«*
t. " A* A&§DJÜ5ifc» a
M A „ „ J1& ï* CtfBttfc
AmM**»fcyft, 2$ m&rt
het gemengde huwelijk minder voorkwam dan bij mannen (wij denken aan de probleemstellingen in de literatuur zoals bij Heijermans). Ook bleek de vruchtbaarheid bij de joodse-gemengde huwelijken geringer dan bij alle andere soorten gemengde huwelijken. Het percentage echtscheidingen daarentegen het hoogst. Het percentage kinderloze joods-gemengde huwelijken was bijzonder groot en bedroeg tussen 1921 en 1930 niet minder dan 52. Alles volgens gegevens van het Bureau van Statistiek der Gemeente Amsterdam, die voorzover ik kon nagaan alleen voor 1930 en 1931 zijn gepubliceerd. Dat ‘het merendeel dezer huwelijken - aldus Boekman - gebaseerd is op rationalistische en individualistische grondslag’, is zonder meer evident.
Het streven naar oplossing der joodse gemeenschap werkte door. En de ons bekende cijfers liegen er niet om.
Voor de jaren 1906 tot 1910 is een onderzoek ingesteld naar de godsdienst of het kerkgenootschap der kinderen, uit gemengde huwe
18