Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



LIJST VAN JOODSE UITDRUKKINGEN

Massematte, Massemalten (Hebr. Massa-oe-matan), handel.

Massora, overlevering. Gebruikt voor de traditionele overlevering van de Bijbeltekst. De geleerden die deze tekst vaststelden worden Massoreten genoemd.

Matsetwe-maker, zerkmaker.

Mazzel (Hebr. Mazzal), geluk. Eigenlijk: komeet, gesternte.

Mazzeldik, Mazzeldig, gelukkig. Vooral in de wens: Mazzeldikke woch op zaterdagavond.

Mechoetamem, verzwagerd, verwant. Technisch vooral in de zin van wederzijdse ouders van bruid en bruidegom.

Mediene (Hebr. Mediena), gewest, provincie.

Mediene-sjtamper, spotnaam voor provinciale Joden. Zie Goolewacher.

Medras (Sef.), Leerschool.

Mesjoemad (vulgo: Geschmadde), gedoopte. Eigenlij k: vernietigde.

Mezoezah, symbool aan de deurpost.

Mtdrasj, folkloristische commentaar op de wet.

Mikwa, ritueel bad.

Minjan, quorum van tien mannelijke Joden boven de dertien jaar, vereist voor officiële godsdienstoefening.

Misjrn, mondelinge leer.

Misjpacha (vulgo: Misjpoche), familie. Grappige vervorming in: Misjpocholo-gie, genealogisch napluizen van de familieverhoudingen.

Misschemeschmne (Hebr. Mieta mesjoena), afschuwelijke dood. Eigenlijk: een dood die zich van alle andere onderscheidt.

Mizrach, symbool om het Oosten aan te geven.

Mohel (vulgo: Mooi), kerkelijke besnijder.

Mokum (Hebr. Makom), plaats.

Mokum Alf, Amsterdam.

Moré-diploma, rabbijnendiploma.

Morenoe Raw, onze grote leraar: titel van opperrabbijn.

Mosjieach (Hebr. Masjieach), messias, gezalfde. Eigenlijk: de met olie bestre-kene.

'Nacht', technische term voor het eind van Sjabbath of feestdagen.

Nasie, vorst.

Nekoome (Hebr. Nekama), w raak, leedvermaak.

Niechesj (Hebr. Niechoesj), bijgeloof.

Olewecholem (Hebr. Alaw hasjalom), zaliger. Eigenlijk: over hem zij vrede.

Oren, zie Dawwenen.

‘Ouderkerk’, Portugees-Israëlitische Begraafplaats te Ouderkerk aan de Amstel.

Parch, Parreg. kletskop, minderwaardig individu.

Parnes (Hebr. Paraas), bestuurder der Gemeente.

Parnoosse (Hebr. Parnassa), levensonderhoud.

Parochet, voorhangsel.

Pioet, feestgebed voor de Synagogale dienst op Jom tow.

Poule Zion, socialistische Zionisten.

Ponem (Hebr. Pamem), gezicht.

Posjet (Hebr. Pasjoet), gewoon.

Posjeterjieden, gewone Joden.

Pottegies, Portugese Jood.

Rabbamem, meervoud van raw, rabbijnen.

Rabbie, Rebbe, aanspreektitel voor rabbijn.

Rabbonem, Rebbes, zie Rabbaniem.

Rachmones, sociale bewogenheid.

Raw, geleerde.

Risjes (Hebr. Risj’oet), kwaadwilligheid. Vooral gebruikt voor maatschappelijk antisemitisme.

Rosj Hasjana (vulgo: Rousj Hasjone), Nieuwjaar.

Scheimesbak, plaats tot het deponeren van niet meer bruikbare cultische voorwerpen.

Schetnono-Nesry (verbasterd uit: Schemone Esre), Achttien-gebed.

Schiddoech (vulgo: Sjiddesj), huwelijk.

Schier ha madloth (vulgo: Sjter hamangeles), Trappenlied. Bedoeld is Psalm 126 die

251

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.