ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER
Mrs. Marx and the girls send atso their compliments. Please to give the enclosed lines to Netchen.
Yourstruly Charles m.
Intussen wandelde Karl Marx met de ogen wijd open door de wereld en ook door Amsterdam, dat hij dikwijls moet hebben bezocht. De gedoopte Jood, die al in 1844 in zijn Zur Judenfrage een liefdeloze visie aan de dag legde op de moderne Joodse bankiers in West-Europa, trof aan Amstel en IJ de werkelijke geldjoden aan, die hij op scherpe wijze analyseert in een brief, ‘The Russian Loan’, in de New York Tribune gepubliceerd ter gelegenheid van de lening, die Rusland in 1855 voor de Krimoorlog sloot, aan de vooravond van de grote militaire successen van Napoleon III. Nadat hij in dit verband heeft gesproken over de betekenis van de Amsterdamse bankiers Hope, gaat hij verder:
Maar de Hope’s leenden alleen het prestige van hun naain; het werkelijke werk wordt gedaan door de Joden en kan alleen door hen gedaan worden, aangezien zij het mechanisme van de geldleen-mysteries gemonopoliseerd hebben door het concentreren van hun energie op de ruilhandel in onderpanden, het wisselen van geld en de grotendeels daaruit ontstane handel in wissels.
Neem bijvoorbeeld Amsterdam, een stad, die de toevluchtshaven was van velen van de ergste afstammelingen van de Joden, die, door Ferdinand en Isabella uit Spanje verdreven, na een poosje in Portugal te hebben vertoefd, ook daarvandaan werden verdreven en tenslotte een veilige toevlucht vonden in Holland. In Amsterdam alleen al tellen zij niet minder dan 35000, waarvan velen gewikkeld zijn in dit dobbelen en speculeren in onderpanden. Deze mensen hebben hun agenten te Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem, Nijmegen, Delft, Groningen, Antwerpen, Gent, Brussel en verschillende andere plaatsen in Nederland en de daaraan grenzende Duitse en Franse territoria. Hun taak is het te loeren op gelden, dienstig tot belegging en scherp te observeren, waar deze zich bevinden. Hier en daar en overal waar een kapitaaltje uitlokt tot belegging, is altijd een van de kleine Joden klaar tot het maken van een kleine suggestie of het plaatsen van een klein leninkje. De sluwste struikrover in de Abruzzi is niet beter op de hoogte van de plaats van klinkende munt in de koffer of zak van een reiziger dan deze Joden het zijn van enig los kapitaal in de handen van een handelaar.
Deze kleine Joodse agenten trekken hun toelagen van de grote Joodse huizen, zoals die van Hollander en Lehren, Königswarter, Raphael, Stem, Sichel, Bisschoffsheim van Amsterdam, Ezechiels van Rotterdam. Hollander en Lehren zijn van de Portugees-Joodse secte en cultiveren een grote ostentatieve devotie tot de godsdienst van hun ras. Lehren heeft, evenals de grote Londense Jood, Sir Mozes Montefiore, vele offers gebracht voor hen, die nog steeds in Jeruzalem verblijven. Zijn kantoor, vlak bij de Amstel in Amsterdam, is een van de meest schilderachtige, die men zich kan voorstellen. Grote groepen
138