Het kan mij op stuk van zaken eigenlijk o zo weinig schelen. Het eindoordeel is aan het nageslacht en dikwijls ook pas na jaren, soms na eeuwen. Dante is in de XHIe en XlVe Eeuw zeer goed begrepen door enkele tijdgenoten en met de erkenning door de massa had hij niets te maken. De behoefte daaraan begint pas te ontstaan in de XVe Eeuw als eindelijk de boekdrukkunst gekropen over den Aardbol sinds de He Eeuw v. Chr. uit Honan in China, Italië, Duitsland en Holland bereikt en hier algemeen verbreid word. Dan begint zijn erkenning door de massa in de XlXe Eeuw en de XXe.
Shakespeare (Bacon) werd in Frankrijk en Duitsland pas erkend in de XVIIIe en XlXe Eeuw en toch ben ik er zeker van, dat hij nog niet in deze tot heden ten volle gewaardeerd kan worden. Daarvoor was hij te groot. Maar spoedig zal men hem beter nog begrijpen dan vroeger.
Wat de Nederlandse auteurs betreft, zie ik geen kans een oordeel te vellen. U moet niet vergeten, dat de meesten van mijn collega’s van elkaar heel weinig lezen, behalve zij, die dit als dagbladrecensenten doen moeten. Dit komt omdat wij heel anders lezen dan het publiek nl. hoofdzakelijk de Meesters, naar welke wij ons vormen en niet veel meer.
Hoogachtend, J.K. Rensburg Volkerak-Straat 24r Amsterdam. Z.’20
INFERNO
Het Vaderland, dat zijn adres niet kende, had het enquête-formulier naar Américain gestuurd, waar Ter Braak in de jaren twintig voor het eerst met hem ‘een debat aanging over Hegel’.1 Maar anno 1934 kwam Rens daar niet meer zo veel. Het schrijven lag weken op hem te wachten. Evert Straat doet uitkomen, dat hij omstreeks 1938 obscuur was geworden. ‘Het is stil geworden om Rensburg. Men ziet hem niet meer in de stamcafé’s, men hoort zijn stem niet meer daar, waar het hardst gepraat en het felst gedebatteerd wordt. De jeugd kent hem niet en ook voor velen van zijn vroegere kennissen is hij legende geworden.’2
Toch zou zijn zeventigste verjaardag in 1940 nog ouderwets worden gevierd. De oproep, iets minder spectaculair dan die van tien jaar geleden, ging tijdig in zee. De moeilijk geworden omstandigheden spreken uit de tekst. Maar juist nu (de geijkte formulering) zou een bijdrage dubbel welkom zijn. Het feest zou doorgang vinden
71