Maar dan!
Al spoedig volgt de totale ontluistering van de Japanse Verzen en de graalpoëzie.
Miskotte noemt hem absurd en gaat meedogenloos de ‘waan’ te lijf ‘van het Zolaïstisch tijdvak, dat een wetenschappelijk experiment ten bodem kan dienen aan de kunst’. ‘Heeft ooit een dichter, zegge een dichter, zoo alle qualiteitsbesef verloochend en verloren?’ Hij spreekt over ‘de chaotische waan-van-verwijding’ in Rensburg en vergelijkt hem — nebbisj — met Adwaïta, ‘die heel z’n exacte wetenschap vermocht te schakelen aan het enorme Vliegwiel van zijn centrale, geestdriftige Inzicht’.
Wat betekende tegenover deze liefdeloze kruisiging de welwillende glimlach, waarmee eerder Van den Bergh van Eysinga zijn Sita tegemoet was getreden.10 Dan wel een of ander goedbedoeld stukje van Israël Querido in het Algemeen Handelsblad, waarin Rens ‘een wonderlijke droomer’ wordt genoemd, levend ‘in een spheer van geestelijke alchemie’.11
Bij alle ijdelheid, die hem waarachtig niet vreemd was, moet Rens Miskottes frontaanval als essentiëler hebben aangevoeld.
Hij heeft dit oordeel bewaard. Dat hij het heeft bestudeerd kan blijken uit aantekeningen over de poëzie van Adwaïta, die onder zijn papieren worden aangetroffen.
De vraag die hem bij het overwegen van dit alles had moeten pijnigen, was natuurlijk of Miskotte gelijk had. Was hij inderdaad een warhoofd, een anachronisme, een verschimmeld stuk fin de siècle dat zichzelf had overleefd? Bleef er van al zijn wereldomvattend gesappel dan niets over, dat de tijd zou trotseren?
WERELDTAAL
Ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag richtte de Nederlandse publieke opinie al haar schijnwerpers op zijn persoon. De typografisch deftig uitgevoerde Oproep van het Rensburg-Comité deelde de belangstellende lezer o.m. mee:
‘De schrijver van de Japanse Verzen, Lohengrin, Sita, den
Faust-Cyclus enz. heeft onder de grootste zorgen in stilte meer
dan veertig jaar van zijn leven besteed aan een wetenschappelijk werk. En het is zijn hoogste wensch, dat dit thans weldra wordt uitgegeven. Het wordt een: THEORIE DER EVOLUTIE. Deel I: Van Oerschrift en Oertaal tot Wereldschrift en Wereldtaal. Deel II: Inter-Planetaire Taal en Astrologische Sferen-Harmonie. Het brengt een zoo radicaal mogelijke Revolutie in de Taalwetenschap en de
55