J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Titel
J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Jaar
1981

Overig
De Engelbewaarder

Pagina's
148



‘Dat hij mij afbreekt laat mij totaal onverschillig. Ik heb voor mijn werk al zoveel lof ontvangen, zoveel bewijzen van sympati, dat ik me hier niet druk om maak. Maar het is gesreven op een toon of het gepermitteerd [is] absoluut alles tegen mij in het publiek te zeggen en is infaam gemeen van leugens en totale verdrayingen van mijn eigen woorden om met één aaneengeschakelde reeks van valsheden [verdachtmakingen doorgehaald] enz mijn denkbeelden en mij zelf belachelik te maken, mij krankzinnig te verklaren.’4

Een getekende was hij, van meet af aan; op de een of andere manier door het lot gebrandmerkt. Iemand, die men op zijn gunstigst met vriendelijk medelijden benaderde. Wiens stelselmatig weerkerende huldigingen (bij zijn vijftigste, zijn zestigste en zijn zeventigste verjaardag) pijnlijk aandoen, vanaf de uitnodigende circulaire tot de ‘grote’ dag zelf.5

‘Rens’, het periodieke middelpunt van talloze apocriefe, deels smakeloze verhalen, die na Wereldoorlog II extra spraken tot de verbeelding van een publiek, dat ze kritiekloos savoureerde als exempelen van joodse gijn, die men meende te missen, mèt al die joden, die waren vergast.6

‘Stel dezen man eens in staat zich zelf te worden. Geef hem eens gelegenheid zijn ideeën uit te spinnen met de rust, die het deel is van zekere “jeugdige grijsaards”. Verwijder eens de spotters uit zijne omgeving .... Ik verzeker U: hij is nog sterk genoeg om zich op te richten en binnen enkele jaren bezit onze litteratuur een dichterlijk-wetenschappelijke fantast, die naast beroemde buitenlanders kan staan.’7

Zijn vriend E. d’Oliveira schrijft het in Het Getij van 15 maart 1920 ter gelegenheid van Rens’ vijftigste verjaardag, aan het slot van een interview dat tot het beste behoort, wat tijdgenoten over hem schreven. Het zou nog even duren voordat zulk inzicht tot ver buiten het Leidsepleinkringetje doordrong.

Kort voor Wereldoorlog II zou J.A. Rispens een plaatsje voor hem inruimen in Richtingen en figuren in de Nederlandse letterkunde na 1880:

‘Met den dichter Rensburg is het een eigenaardig geval. In bijna geen enkele litteratuur-geschiedenis of litteratuur-overzicht wordt hij vermeld. Door zijn tijdgenooten-vrienden werd hij maar half au sérieux genomen.

Over zijn phenomenale kennis ging, evenals over die van Erich Wichmann een legendarische roep door de litteraire kringen. Om z’n met deze veelzijdigheid gepaard gaande, zonderlinge denkbeelden, vond men hem een geniaal warhoofd.

Zoo was daar b.v. het idee eener inter-astrale poëzie, dat ter

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.