De zoon van een gazzen

Een nieuw hoofdstuk in Izaks leven neemt een aanvang. Van beide zijden schijnt men voorlopig vol goede moed. De getuigschriften toch tonen aan, dat de keuze van deze geestelijke voorganger een voortreffelijke moet zijn geweest! Dat de krachtige morele steun, die de ressortale Opperrabbijn Dusnus de nieuwe functionaris biedt, wellicht berust op diens relatie tot de familie van Betje de Haan-Rubens, doorziet niemand. En zo volgt op donderdag 6 Juli een ‘gecombineerde vergadering van Kerkeraad Schoolbestuur en Bestuur der Chewre. Aanwezig de Heeren Z. J. v. Leer, v.z., J. M. Hes, B. J. Leefsma, B. v. Berg, M. S. Leefsma en H. S. Leefsma benevens den Heer I. de Haan. De v.z. opend de vergadering waarbij hij de aanwezigen het welkom toeroept, maakt hen bekend met de reden dezer buitengewone vergadering, welke ten doel heeft de installatie des Heeren de Haan als ambtenaar der Gemeente. Z.Ed. spreekt vervolgens den Heer de Haan toe, spreeker hoopt dat Z.Ed. steeds met eer als more zijne functien van voorz. Godsd. onderw. Sjoched, leeraar en gazzen bij de Gemeente alhier mag vervullen, dat steeds eendragt en eensgezindheid tusschen Z.Ed. en bestuur als wel Gemeente leden moge heerschen opdat steeds wederzijds met genoegen en welgevallen op de dag van heden, waarop ZEd. zijne functiën aanvaard, moge terug gezien worden, en de Gemeente ten allentijde trots moge zijn den Heer de Haan als leeraar te hebben en eindigd zijne rede, zijne beste heilwensen den Heer de Haan toevoegende. Den Heer de Haan dankt den v.z. voor zijne woorden, en voor de goede ontvangst, die hem hier ten deel valt hoopt, dat de woorden van den v.z. de gevoelens van allen mogen zijn, brengt vervolgens zijne functiën in toepassing met het begin der afdeeling dezer week uit de H. Tora, schetst vervolgens de moeilijkheden die aan zijne functiën verbonden zijn, die hij echter hoopt steeds naar plicht en voorschrift, te vervullen, mogt hij somwijlen in zijne verplichtingen te kort schieten hoopt hij dit hem alsdan gezegd worde, ten einde die fouten te kunnen herstellen, schetst vervolgens op welke wijze spreker zijne verschillende functiën, waarvoor hij geroepen is, denkt te vervullen, en eindigd zijne rede met de bede het verbond dat hij heden sluit, steeds een verbond van vrede moge zijn.

De Heeren Hes, Leefsma en v. Berg spreken vervolgens in gelijken geest als de v.z. den Heer de Haan toe, benevens den Heer M. S. Leefsma in zijn qua-liteit als lid van het Schoolbestuur en den Heer H. S. Leefsma als lid van het Bestuur der chewre. alle sprekers worden alsnog door den Heer de Haan beantwoord waarna de v.z., nadat men nog een tijdlang gezellig bijeen blijft, deze hoogst genotvolle vergadering sluit’.

23