open Palestina een kans voor vermindering van spanningen thuis. Dit, gevoegd bij de politieke actie der zionisten en gegeven ook de wat abstracte — maar daarom niet minder diep gevoelde — Joodse solidariteit, had al tijdens Wereldoorlog I geleid tot de vorming van een breed “Volksfront”, dat onder de naam van Congresbeweging in de Verenigde Staten in 1918 tot een concreet resultaat mocht komen. De anti-zionis-tische meerderheid van dit Joodse Congres typeert nog eens de ook in de U.S.A. algemeen aangevoelde scherpte van het Joodse vraagstuk, dat zelfs het Nederlandse Jodendom voor één moment kon wakker schudden.
Dat en waarom het zionisme hier tot 1904 moeilijk wortel kon schieten is eerder aangetoond. Het Haagse Zionistencongres had geleid tot de stichting van de Nederlandse Zionistische Studentenorganisatie (N.Z.S.O.). Joodse intellectuelen propageerden vóór de oorlog een vrij steriel Joods nationalisme, dat voorlopig - summier beschouwd - nimmer boven een theoretisch gefundeerd utopisme uitkwam. Toen kwam 1914 en werd Nederland plotseling - als een van de weinige neutrale landen in Europa -zetel van belangrijke zionistische instituten. In Den Haag werd het hoofdbureau van het Joods Nationaal Fonds gevestigd, waarin de bekwame Nehemia de Lieme, de eigenlijke geestelijke en politieke grondlegger van het zionisme in Nederland, een $ leidende rol zou spelen. Vele Oost-Joden kwamen naar hier en doorbraken — voor korte tijd -de barrière, die sedert het eind der 18e eeuw de Nederlandse Joden van het wereld jodendom had afgesneden. De Congresdemonstratie, op 17 februari 1918 in het Amsterdamse Concertgebouw gehouden, kan als typerend gelden voor de ook hier gewijzigde omstandigheden. Alle belangrijke organisaties — hoezeer principieel wezenlijk verschillend - werkten mee aan een manifestatie, die niet slechts daardoor een ‘nationaal’’-Joods karakter droeg, maar die bovendien - na “de geuite verlangens met betrekking tot de emancipatie” - kon spreken over “... de toekenning van nationale rechten in Nationaliteiten-Staten en de nationale concentratie van het Joodse Volk in Palestina; gelet ook op de allerwege uitgesproken bedoeling, dat bij de vrede recht geschiede aan alle volkeren.” De Congresdemonstratie sprak bovendien “als haar verlangen uit: dat voorgoed een einde wordt gemaakt aan de achteruitzetting en verdrukking, waaraan de Joden bij voortduring blootstaan en aan het onrecht hun gedurende eeuwen aangedaan” en wil - alles volgens de tekst der Motie - “bij de Nederlandse Regering er op aandringen, om, getrouw aan haar eeuwenoude tradities, haar invloed aan te wenden ten behoeve der Joden en te bevorderen dat het Joodse vraagstuk bij een vredesconferentie, althans bij het sluiten van de vrede, gehoord de bevoegde vertegenwoordigers der georganiseerde Joden, in zijn volle omvang opgelost worde, en
107