Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Titel
Martelgang of cirkelgang (over Da Costa) (zw)

Jaar
1954

Pagina's
114



den;” en hierop ging ik barsch en in allerijl weg. Mijn gemoed was den ganschen dag als in het diepste gepeins verzonken; ik kon niet begrijpen, dat een man van zulke hooge geleerdheid aan de echtheid van den christelijken godsdienst geloof sloeg; evenmin dat iemand, die gedurende zovele jaren met ons in zulk eene nauwe betrekking gestaan had, zonder ons ooit van het christendom te reppen, en daarbij zulk een diepen eerbied voor het Oude Testament bleek te koesteren, op eens begreep mijn vriend op een dergelijken toon aan te spreken. Mijn hart, van nature wantrouwend, meende er niets anders in te vinden dan een sluwe list, en de gedachte, dat mijn vriend niet even verontwaardigd was als ik, was mij ondragelijk.” 85)

Dat Isaac zelf zich later distanciëert van de veronderstellingen als zoude Bilderdijk hem bewust willen hebben „endoctrinee-ren” is voor een historicus niet zo moeilijk te verklaren. Allereerst maakt dit zijn eigen overgang des te oorspronkelijker en bovendien is het apologie voor de in problemen van het Christendom nogal aggressief schijnende meester, die overigens — zo moeten de schuchterste en mildste beoordelaars wel aannemen — toch ook nog wel eens met Isaac over het geloof zal hebben gesproken. En om dat laatste te staven nog eenmaal het woord aan Da Costa zelf, teneinde ons, in een iets andere versie dan wij van Professor Caron vernamen, eens te vertellen, hoe het contact zich werkelijk heeft toegedragen:

„Wie Bilderdijk maar eenigszins van nabij gekend hebben, zullen het weten, of kunnen het beseffen, hoe weinig een soort van endoctrineeren op wat gebied dan ook, — hoe wel het allerminst hetgeen men proselytismus noemt (wij keuren in eerlijken en gewijden zin de zaak wel in geenen deele af!) in richting of aanleg van Bilderdijk lag. Pogingen om zijnen jongen vriend wij zeggen niet te bekeeren, hetgeen alleen Godes is, maar te overtuigen of op den weg te helpen, werden met een bepaald opzet niet in het werk gesteld. Maar, gelijk in des Christendich-ters gemoed geheel zijne wereldbeschouwing, op elk terrein, van den Persoon des in het vleesch gekomenen Zoons uitging, zoo was als van zelve geheel de omgang en zamenspreking van zijne zijde eene Christusprediking. Overigens, nimmer gewoon zijne overtuigingen te bedekken of te verbloemen, maar ook evenzeer afkeerig die te onpas uit te bazuinen, of op te leggen, beijverde hij zich met betrekking tot den zoon uit Israël, alleenlijk voor de Wet van Moses niet slechts zijnen eerbied te betoonen, maar waar het pas gaf, tot dien eerbied ook anderen op te

85. Bekeering, 44. 50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.