Archief der Gemeente bevat nog een cachet met de inscriptie „sello do Kahal Kadosj de Talmud Tora” 1).
Eerst later verdween dit, om plaats te maken voor een Pelikaan, haar jongen voedend. Seeligmann nam aan, dat de Phoenix bij vergissing zou zijn gemetamorphoseerd. Ik geloof het niet. De toepassing van het nieuwe embleem is te hardnekkig. Wij behoeven ons bovendien niet te laten afschrikken door het zogenaamd „Christelijk” karakter. Eerstens komen in de kunstvoorwerpen der Gemeente zovele niet-Joodse afbeeldingen voor. Zelfs ontleend aan de heidense mythologie der Grieken en Romeinen. Daarnaast bevinden zich elders in de Joodse wereld vele ritualia (voorhangsels en luch-ters) gesierd met hetzelfde symbool. Rahel Wischnitzer - Bern-stein noemt er een enkele in haar „Symbole und Gestalten der jüdischen Kunst” 2)
Misschien gaat de historie dezer pelikaan wel terug tot een der eerste huizen aan de Nieuwe Houtgracht, waar men zich verenigde in het gebed. En waar als uithangteken „de groene pelikaan uit-hing”. 5a)
En al pratende zijn wij, de kleine straat doorwandelende, langzaam genaderd tot het eigenlijke doel dezer wandeling:
De Jodenbreestraat
„Der Joden breedstraat — het Oosten in ’t Noorden — die haar huizenreeks van Westersch kabbalisme voortkantelt onder de grijze luchten.
Straatblad, waarop modern geschoeiden de namen voortschrijden van bijbelsche sandalendragers.
Plaats van inkeer en belofte voor de zonen van Aser, Issachar en Zebulon, in de negotie gestrand.
Koheleth’s schamper-nieuive leerschool om te roemen het ivaar-delooze.
Deinende handels-vloot onder de geluidsmist der zwarte gering-haarde zonen Dans.
Arena voor de peren-vechters achter de karren, die roepen: de ten handel gedoemden groeten u.
Tournooi-vlakte voor de herautjes in katoenen handelsharrenassen, binnenrijdend op hun beschimmelde woordenpraal.
Handelsforum onder een net van klankdraden uitgesponnen door een stemme-ventend volk in afval, lompen en goedkope industrie.
Lucht-akker naar boven gegroeid uit de luiende klanken eener voortkarrende stemmekop, die afwisselend aanprijst de tallooze groeisels der altijd voortbrengende aarde.
97
1
) A. M. Vaz Dias in Maandblad Amstelodamum (1936), Dr. M. Boas aldaar. J. Zwarts in Oud Holland (1926).
2
) Aldaar pag. 86 en 87. 5a) Zie pag. 24.