Verguld zilveren priesterschaal en kan
■ op de daarbij behorende schaal, de aanbieding van de gouden appel aan Venus.
Want de Amsterdamse Marranen waren eeuwen object ener suggestieve Renaissance geweest en stonden — mede door het schijnchristendom der vroegere generaties ■— los van gesloten systemen en dogmata. Hun cultuur — niet geremd, doch naar vele zijden gestuwd — zocht langs ’s Heren wegen naar vorm en gestalte. Een vroege Emancipatie wil ik U in ’t kort voor ogen toveren.
Met haar maatschappelijke mogelijkheden — haar imponerende rijkdom, verblindend door felle glans. Doch eveneens vermanend tot besef voor al de gevaren van een steeds doffer en doffer worden van de wezenlijke Joodse inhoud.
Gedicht en Gezicht
Nu staan wij wederom op de plaats. Uit de bibliotheken van Ets Haim haal ik vlug wat illustraties en litteratuur. En met U doordroom ik in brede lijnen nogmaals de historie van het gebouw in gedicht en gezicht.
Met Romeyn de Hooghe beginnen wij:
„Dits, 't leerhuys van de Wet, ’t geheedenhuis der Jooden,
.* Een Boumans Meesterstuck, de eer van ’t nieuwe werck Aen d’Amstel en het Y; dees God gewijde kerk
65