II
WATERLOOPLEIN
IK liet U staan op „de Sluis” — wilt U mij nu volgen langs het kleine stukje Zwanenburgwal (door de Joden „Verversgracht” ge- < noemd) naar ’t tegenwoordige Waterlooplein.1) Ter plaatse waar dit zich bevindt waren vroeger twee grachten, (Houtgracht 2) en Leprozengracht 3), die Amstel en Zwanenburgwal met elkander verbonden. Voor de thans nagenoeg verdwenen Houtkopersdwars-straat, de zogenaamde Vissteeg4), lag een wipbrug, eens het centrum van de vishandel. 5) Eerst in 1894 werden beide grachten gedempt en ontstond het plein, zoals wij het kennen. Wij wandelen langs de oneven kant.
No. 13
Bij De Vries van Buuren om de hoek stond tot 1928 op no. 13 (de huidige straatnummers beginnen met no. 15) een merkwaardig huis. De Hebreeuwse gevelsteen, die op dit perceel prijkte — thans inge. metseld in de St. Luciënsteeg — is door Dr. M. Boas uitvoerig be. schreven. e)
De inhoucl van het fraai-gebeeldhouwde opschrift (—Ik stel mij de Eeuwige steeds voor ogen) markeert de religieuze geaardheid van
19
1
) Bij Raadsbesluit van 19 Dec. 1883 genoemd naar de slag bij Waterloo in 1815. Zie A. M. van Gelder: Amsterdamsche straatnamen, 1913 pag. 154.
2
) De Houtgracht heette naar de in 1612 aangelegde Joden Houttuinen. Houttuinen waren door de Overheid aangewezen plaatsen, waar de wal als stapelplaats voor hout gebruikt mocht worden. A. w. pag. 59. Denk in dit verband ook aan Lange en Korte Houtstraat.
3
) De Leprozengracht liep langs het Leprozen- of Lazarushuis, waar de pestlijders verpleegd werden. Daaraan herinnert nog de Lazarussteeg.
4
) Heette tot 15 Mei 1874 Vlooienburgersteeg. A.w. pag. 55.
5
) Veel gegevens ontleende ik aan Henri Polak: Het Amsterdamsche Ghetto (V.A. I pag. 290 e.v.)