met vluchtelingen uit Spanje. Een van hen zag in het huis van Uri een geslachte gans en werd bovendien opmerkzaam op de Hebreeuw, se letters „die zij niet lezen konden”.
Zij wisten nu hun herbergier te bewegen de gans van deze man te kopen, hetgeen inderdaad, niet zonder moeite, gelukte. Toen zij nu omzichtig durfden vragen, wie deze man eigenlijk was, antwoordde de niets vermoedende gastheer: hij is een Jood. Zo hadden de Marranen langs een omweg zekerheid verkregen omtrent hun vermoeden. Het contact tussen de vluchtelingen en de rebbe werd de volgende dag gelegd.
In een aparte kamer - afgezonderd van de buitenwereld - werden woorden gefluisterd van Joods herontwaken. Uri toonde een schilderij waarop de stad Amsterdam was geschilderd”. Zonder twijfel de plattegrond van Cornelis Antonisz. Hij wees hierop een toren: „Montelbaanstoren genoemd.” Daar in de buurt bevond zich de
Jonkerstraat,
waarheen ik U inmiddels ben voorgegaan. Althans naar haar resten, die schamel zijn en nauwelijks vindbaar. Daar zou een teken worden gehecht aan één der huizen. Uri zou binnen enkele weken volgen ■—-vergezeld door zijn zoon. Dit geschiedde. Men vond elkander. Uri besneed de mannen - „14 in getal, waaronder 4 kinderen”. Zij „namen een kamer, waarin zij alle dagen met grote aandacht hun gebed verrichtten”.1)
Aan dit eerste Minjan der Portugese Joden is een dramatisch verhaal verbonden. Het stond onder de reuk van Spaansgezindheid en Katholicisme. Men loerde en loerde.
14 September 1603 — in de avond — Kol Nidre van het jaar 5364 — zou de overval plaats hebben. De Marranen, met hun aangeboren instinct voor het onheil, hadden juist op deze avond wachten uitgezet. In gedachte ziet ge ze kijken achter de hoge ramen der oude huizen.
Thuis — geheel alleen —- in Sargenes gehuld — dawwent Uri ha Levi. Nauwelijks tot het aardse teruggekeerd, als de „rakkers” hem gevankelijk wegvoeren, over de straat, waar wij ons bevinden.
In de gevangenis
Zwarts heeft — door een verrassende vondst — de historiciteit van dit verhaal bewezen. Achttien dagen na zijn gevangenname, kwam zijn zaak voor — op de derde October.
9
1
) Zie voor deze episode J. Zwarts. De eerste Rabbijnen en Synagogen van Amsterdam (Bijdr. Med. Gen. v. J. Wetenschap, IV, 1928).