Mozes als jongeling — Leerrede van Dr. G. Salomon: „Dat Mozes eene niet-israëlitische vrouw, de dochter van eenen priester van Midian ten huwelijk neemt, moge u even weinig verwonderen, als dat Joseph de vrome en voortreffelijke zoon des aartsvaders, de dochter eens egyptischen priester tot vrouwe nam. Slechts het heidensche kwaad verbiedt de israëlitische wetgeving, en zulks uit eene vrees, welke op goede gronden rust, dat de heidensche vrouwen, derzelver mannen tot de ziel verpestende, de geest doodende afgodendienst mogten verleiden; daarom werd het huwelyk met de dochters der volken, welke de Schrift opnoemt, ten strengste verboden. De dochter van Jithro echter, Mozes gade, vereerde der eeuwigen God, en Zijne wetten waren haar heilig. Dit alleen maakt de Israëlietische vrouwe uit.”
Verhandeling ten betooge dat het in de israëlietische staat geoorloofd was in de burgerlijke wetten van Mozes veranderingen daar te stellen en, desnoods derzelve af te schaffen en door nieuwe te vervangen, door Mr. A. de Pinto.
Over de Israëlieten in Saksen” (motto: „Men bindt ons de handen en vraagt, waarom wij ze niet gebruiken”, Mendelssohn). Biografie van Mr. Carel Asser, Art. van Dr. Munk, Parijs. „Over de Cabbala” (uit Dictionnaire de la Conversation, Parijs).
1838. 4e jaargang:
Leerrede over de weldadigheid n.a.v. Spr. Sal. Hfdstk. III : 27, 28, gehouden door A. M. Chumaceiro te Amsterdam.
Rouwdiensten in ’s-Gravenhage en Zwolle ter nagedachtenis van wijlen H.M. de Koningin Frederika Louisa Wilhelmina.
Iets over het nuttigen van bloed als spijs met betrekking tot de Mozaïsche Godsdienst.
In Nieuwe Diep „heeft de eerw. heer B. C. Carillon, tot Predikant en Voorzanger bij de Nederlandsche Portugesche gemeente te Suriname beroepen”, wegens tegenwind daar enige tijd opgehouden, op Sjabbath Tesjoebah gepreekt. De avond van de Grote Verzoendag hield hij een rede in het Nederlandsch. De wens wordt geuit, dat daar, waar de gemeenten daarop staan, het houden van leerredenen in de landstaal ingevoerd wordt.
Uit de Allg. Zeitung des Judenthums: Aansporing voor het vestigen van een Joodsche faculteit en een Joodsch Seminarium voor Duitschland. Er zijn 100.000 Thaler voor nodig. De redacteur van de A.Z.d.J., dr. Ludwig Philipsonn, prediker te Maagdenburg, heeft de inschrijving met 100 Thaler geopend. Engeland: door de jonge vorstin is (November 1837) de sheriff Montefiore tot ridder (knight) benoemd; de eerste Israëliet daar te lande. De beëdiging verschoven van de dag van St. Michael Zaturdag, tot de Maandag daarop.
Op een prijsvraag, door Geiger uitgeschreven in het Wissench. Zeitschr. is maar één (onvoldoend) antwoord binnengekomen. Gevraagd was: „het aanduiden van de aard en de wijze tot het daarstellen van hervormingen in den isr. eeredienst.”
Bestaat er een natuurlijke aanleg tot ondeugd? (1784 door Mendelssohn te Berlijn geschreven; jaren daarna in het tijdschrift Jedidjah gepubliceerd).
Over het afschaffen van eenige bestaande misbruiken bij de godsdienstoefeningen en verbetering derzelve.
17