Da hat nur der Geistliche, welcher auf beide einwirken, mindestens aber die Achtung aller sich erwerben soll, einen schweren Stand.
Eine vermittelnde Stimme muss hier eintreten, um vor Einseitigkeit zu warnen und Umtrieben zu begegnen, welche hier und da gemacht worden, um blossen Privatansichten den Sieg zu verschaffen, oder gar den blinden Eifer der grossen Masse anzuregen. Dies wird hier insbesondere nöthig, da eine durch ihre allgemein bekannten Tugenden hochverehrte Familie einen Einfluss zu gewinnen sucht, welcher nicht ohne nachtheilige Folgen sein kann.
Jedermann kennt den Namen des H. Lehren, eines Mannes, welcher seinen ganzen Reichtum nur zum wohlthun verwendet, welcher mit unernudlichem — einer bessern Sach würdigen — Eifer seit zwanzig Jahren für die Armen in Palästina sich fast aufopfert; — dieser Mann wirkt aus seiner gänzlichen Zurücktgezogenheit vom Weltleben, durch seine, ihm im Wohlthun gleichenden, Brüder auf eine grosze Menge, und hier insbesondere auf die Wahl desjenigen, welcher das geistliche Oberhaupt der Israeliten zu Amsterdam werden soll ”
Dat in 1842 van dezelfde Jost een Algemeene Geschiedenis des Israelitischen Volks (uit het Hoogduits vertaald door M. Mijers onder toezigt en medewerking van, met eene voorrede, aanteekeningen en chronologische tafelen voorzien door Iz. J. Lion) te Leeuwarden verscheen, is — in dit licht bezien — niet zo verwonderlijk. Is het te veel vermoed, om in de — wat al te technische, hier en daar wetenschappelijk zeer goed gedocumenteerde — noten de helpende hand van Dernburg te zien (die dan reeds te Parijs verblijft)?
Ook achter de bij J. Belinfante verschenen Jaarboeken der Israeliten in Nederland, rijst niet onduidelijk de grote onbekende op. Wie ook zou èn genoeg vormkracht hebben bezeten, èn over voldoende relaties hebben beschikt om deze uitgave, die begint een jaar na Dernburgs komst en eindigt in het jaar van zijn vertrek, mogelijk te maken. Geiger acht het de moeite waard het orgaan te recenseren naast het Franse „La Régéneration” en het Engelse „The Hebrew review and magazine of rabbinal literature”: „Die holländische, von der Regierung unterstützt, wird wohl noch (na 1838) fortbestehen und mag für Holland das sein, was die „Sulamith” in ihren blühenden Zeiten für Deutschland war.”
Een beknopt referaat van de inhoud der Jaarboeken moge hier volgen:
1835 uit de Inleiding: ,,b.v. in Duitsland moeten de Joodse tijdschriften ook vaak dienen ter verkrijging van die gelijkstelling in burgerlijke regten welke de belijders van de israelitische godsdienst hier te lande gelukkig reeds lang deelachtig zijn.”
Er worden 4 afdelingen aangekondigd: le Kerkelijke en ambtsberigten 2 e Bijzondere berigten 3e Verslagen van boeken 4e Mengelingen
De bekende geschiedenis van de vestiging der Joden in Amsterdam via Emden (van Ury van Aaron Halevy).
Levensschets van Mr. J. D. Meijer.
Over het Isr. Godsd. Schoolwezen in Nederland.
15