Van Israëlieten tot Israëliërs

Titel
Van Israëlieten tot Israëliërs

Jaar
1965

Overig
Anderhalve eeuw Joodse geschiedenis 1815-1965

Pagina's
188



van hun leven ingrepen; zij ontvingen vele jaren ondersteuning, die niet berekend was naar hun arbeidsprestatie, doch naar het aantal gezinsleden en vaak ook naar de diepte der onderworpenheid, die zij de machtige ambtenaren der Rothschild-administratie betoonden. Zij namen geen deel aan het bestuur der kolonie, de economische plannen werden van boven af gedicteerd, zij kregen geen inlichtingen over de in de afzonderlijke bedrijven geïnvesteerde gelden. Zij hadden slechts een bepaalde arbeid te verrichten en geld in ontvangst te nemen.”

En ook de jaren negentig, toen er eigenlijk voor het eerst sprake was van een min of meer massale arbeidsimmigratie, brachten niet de ommekeer ten goede. Het verbod der Turkse regering tot grondaankoop vernietigde met één pennestreek alle (met grondspeculatie verweven) enthousiaste plannen, en een verscherping van de toch al bestaande immigratiebepalingen deed de rest. Nochtans werden in dit laatste decennium twee particuliere koloniën gesticht: Rechowot en Chedera, wederom onder grote moeilijkheden.

In 1932 maakte David Ben Goerion de balans op van deze eerste, magere, twintig jaren. Door zijn keiharde cijfers heen stralen de contouren van een heroïsch begin, dat nog zo heel, heel weinig deed verwachten:

'Die jüdischen Arbeiter sind in alle Himmelsrichtungen zerstoben. Von den 200 Arbeitern, die bis zum Sommer 1892 gearbeitet hatten, blieben nur wenige. ‘Ungeachtet der Tatsache, dasz die Arbeit nicht schwer war, ver-lieszen sie die meisten Arbeiter, weil sie die Schikanen von oben, die sich immer wieder hauften, nicht ertragen konnten. Manche litten an Krank-heiten und gingen deswegen.’ (I. Goldmann in Pri Haarez).

Im Jahre 189S waren in Rischon nur 97 Arbeiter, von denen nur drei in der Landwirtschaft beschaftigt waren. Die anderen arbeiteten in den Wein-keltern und in verschiedenen Werkstatten. ‘Der gröszte Teil von ihnen hat schon Frau und Kinder und verdient nicht mehr als 15 bis 17 Francs. Kein Wunder also, dasz ihr Feben in Not und Elend ist. Die Arbeiter, die erst zu arbeiten angefangen haben und nicht einmal soviel verdienen, be-kommen vom Vorstand der Unterstützungskommission in Jaffa eine Beihilfe in Höhe von ll Piaster taglich (1 türk. Piaster = 6 pal Mils = 2 amerik. Cents).’ (PaUistina-Jabrbucb von Funcz, IV. Jahrgang 5658).

Die landwirtschaftliche Arbeit wird fast ganz von den arabischen Arbeitern verrichtet. Ahnlich ist auch die Fage in Schomrom. In der groszen Kolonie Zichron Jaakov arbeiten seit zehn Jahren zirka 2000 arabische Arbeiter...

Als Baron Rothschild das Land im Winter 1899 besuchte, verlangte er von Bauern, in ihren Weingarten jüdische Arbeiter zu beschaftigen, ‘denn Ihr miiszt einander helfen, dessen eingedenk sein, dasz auch Ihr arm wart, und Ihr dürft Eure Briider nicht im Stich lassen'.

79

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.