I 21
eigene daad veroorzaakt, maar ook voor die welke veroorzaakt is door de daad van personen voor welke men aansprakelijk is, of door zaken welke men onder zijn opzicht heeft”.
Het tweede lid stelt ouders en voogden in bepaalde gevallen verantwoordelijk. Het derde lid stelt meesters en degenen, die anderen aanstellen tot de waarneming hunner zaken in bepaalde gevallen verantwoordelijk. Het vierde lid stelt schoolonderwijzers en werkmeesters in bepaalde gevallen verantwoordelijk.
Het vijfde lid luidt: ״De hierboven vermelde ver-antwoordelijkheid houdt op, indien de ouders, de voog-den, de schoolonderwijzers en werkmeesters bewijzen, dat zij de daad voor welke zij aansprakelijk zouden zijn niet hebben kunnen beletten”.
Artikel 1404 regelt de gevallen, waarin iemand aan-sprakelijk is wegens de schade welke een dier heeft veroorzaakt, Artikel 1405 regelt de gevallen, waarin iemand ver antwoordelijk is voor de schade veroorzaakt door de geheele of gedeeltelijke instorting van een gebouw.
Artikel 406 regelt de gevallen, waarin de tweede echtgenoot aansprakelijk is voor de voogdijvoering door de hertrouw7de moeder-voogdes. Ook het inge-trokken artikel 405 stelde den tweeden echtgenoot in bepaalde gevallen aansprakelijk.
De leden van een zedelijk lichaam zijn niet persoon-lijk aansprakelijk, (art. 1698). In geval van verzuim van liquidatie op de voorgeschreven wijze, worden zij wel persoonlijk aansprakelijk, (art. 1702).
De aannemer van werk is nu eens aansprakelijk art. 1645) dan weder verantwoordelijk, (art. 1649).
Eveneens is de bewaarnemer nu eens aansprakelijk