die hem als Dichter, Geleerde, Zionist en Mensch te dezer gelegenheid wilden eeren.
Voor wij toen afscheid van elkander namen droeg Mr. de Haan mij op, de uitgave van dit werk over Rechtskundige Significa, dat hij in den herfst van 1918 voltooid had, te bezorgen.
Moge Mr. de Haan hiermede rechtsgeleerd Nederland van de juistheid en de noodzakelijkheid van zijn methode kunnen overtuigen. Er zijn immers hier te lande nog vele rechtsgeleerden, die van deze leer afkeerig zijn. Ik wijs slechts of (Mr. G.) v(an) S(looten Azn.) in het nummer van 10 Mei 1919, No. 2576 van het Weekblad voor Privaatrecht, Notaris-ambt en Registratie. En als ik ook of niet vak-geleerden wijzen mag, dan noem ik hier ook nog A. B. Davids: Over Significa (Amsterdam, 1919).
Moge het verder onzen Mr. Jacob Israël de Haan in Erets-Israèl gegeven zijn mede te bouwen aan de Taal en het Recht van het Joodsche Volk, opdat ons Volk van een zuiper Recht weder een voorbeeldig bouwmeester worde.
Amsterdam, Mei 1919. Mr. 1ZAK PRINS.