60
Er is dus onder de Bewindvoerders verscheidenheid genoeg. Maar de eenheid deze: wij willen één wetenschap, empirisch-beschrijvend, verklarend, critisch en scheppend. Met nadruk op het wijsgeerige. De aard van de significa bepaalt de grenzen van zijn werkvermogen. Verstandhouding, als eenheid van zelfverkeering en zelfhandhaving, sluit eigen volkomenheid uit en eigen onvolkomenheid in. Wij hebben dit vroeger betoogd. En niet onwaarschijnlijk heeft Mr. Dr. Georges Cahnter daaraan gedacht, toen hij als Stelling verdedigde: (Amsterdam, 25 Juni 1918) „Door de a-priorismen, die zij vooropstelt, brengt de (rechtskundige) significa haar doel buiten bereik”.
Hierop kan af doend worden geantwoord met een aanhaling uit „Het Lied van Schijn en Wezen” (I : 48-49):
.................. richten wij onze actie
bij ’t licht der sprake, wetend hoe ’t verscheelt van ’t Licht des Zijns, hoe tusschen doode abstractie en ’t levend lied de taal bestendig zweeft, vast aan verbeeldingen, en ook geen fractie der werklijkheid ons rein en levend geeft.
Aldus des dienaars juiste macht beseffend en niet meer van hem vergend dan hij heeft, doen wij zijn werken recht.....................