Ondergangen

Titel
Ondergangen

Jaar
1907

Druk
1984

Overig
herdr 1984

Pagina's
98



XVII

De ziekenkamer moest 's nachts donker zijn. In de eerste nachten had zuster Anna licht aangehad, een smal lampje, dat z'n schijn aan 's mans kant afdekte, en over haar handen alleen licht gaf, waarbij ze werken of lezen mocht. Maar de zieke in zijn overspannen last verzocht haar het licht uit te laten, want hij kon niet nalaten er telkens naarheen te kijken, en dat hield hem de slaap uit. Zij stak na dat verzoek geen lamp meer aan, en ook dat stille toegeven verbitterde de man. Wel gewende zij zich één gordijn in de kamer open te laten, ook als 't dag werd, daarover wilde dan de man niet klagen.

Nachten dóór-en-dóór zat zuster Anna in stil-zorgzame wacht. Temet enkeld gestoord, wanneer de man zijn nodeloos: 'zuster... zuster' riep. 's Zo-mertijds, bij 't vroege lichten van de dag kon zij lezen of handwerk doen, niet in het donkere nachtgetijde. Dan zat ze maar, werkloze handen in haar schoot, en ze dacht alweer eens de gewone dingen na, hoe hun gezin uiteengebroken was door vaders dood en de afgedwongen verkoop van de molen. Daarna: moeder verminderd, dood; Kees weg... Johanna zonder baat tobbende in haar min, nederig leven... Liesebeth de verdorven weg opgegaan. Zelve had zij veel zorg voor haar verouderde dag, dat ze niet verdervoort kon... ze voelde zich nu al vaak zo moew... en het oudste meisje van Johanna, dat teringziek naar Hel-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.