Koningin In De Stad.
I.
Over de stad schijnt de heerlijke Mei, Mannen, en wij zijn verslagen, Straks rijdt de koningin voorbij, Mannen, en wij zijn verslagen, Straks rijdt ze het nieuwe woekerhuis in, O, duitenliefde en vorstenmin, Mannen, en wij zijn verslagen.
Over de stad blauwt de hemel zoo blij, Mannen, en wij zijn verslagen, Straks rijdt de koningin voorbij, Mannen, en wij zijn verslagen, 't Oranjekapitalisme tiert, De Tijd met De Standaard hoogtij viert, Mannen, en wij zijn verslagen.
Hoe lang nog? hoe lang nog? sluit aan, sl In drommen van duizend' achter de vaan, De roode, waarmee wij het winnen, Eens schijnt wel de heerlijk-blauwe Mei, Over de stad en dan gaan we voorbij, Bij duizend' en duizend'. We winnen.