Nuyens, W. J. F., De Nederlandsche Republiek tijdens het Twaalfjarig Bestand (Amsterdam, 1886-1887).
Orlers, J. J., Willem en Maurits van Nassau, Prinsen van Orangien. Haar Leven en Bedrijf (Amsterdam, 1651).
Pel, P. K., Ziekten van de lever en de galwegen en van het poort-aderstelsel (Haarlem, 1908).
Prins, L, De vestiging der Marranen in Noord-Nederland in de 16de eeuw (Amsterdam, 1927).
Raa, F. J. G. ten, en F. de Bas, Het Staatsche leger. 1568-1795 (Breda, 1911).
Resoluties der Staten van Holland (1625).
RitteR, H. H., in: Eigen Haard (1925, p. 51).
Roest van Limburg, Th. M., Een Spaanse gravin van Nassau (Leiden, 1908).
Schalm, L., Ziekten van de lever en de galwegen (Utrecht, 1948).
Schepers, G. D., De auro, ejusque praeparationis in medicina usu(diss., Groningen, 1838).
SCHOTEL, C. D. J., De Academie te Leiden in de 16de, 17de en 18de eeuw (Haarlem, 1875).
SlLVA DA Rosa, J. S., Geschiedenis der Portugese Joden te Amsterdam (Amsterdam, 1925).
Smeer, F., Maurits van Nassau, in: Fakkel (V, p. 3).
Souterius, D., Verhandelingen van het afsterven en begrafenis van Maurits van Nassau (Haarlem, 1636).
Sprengel, K. P. J., Versuch einer pragmatischen Geschichte der Arzneykunde (Halle, 1803).
Tal, T., Oranjebloesems (Amsterdam, 1898).
Thierens,]., Deauro(diss., Lugdunum Batavorum, 1838).
Timoreten, P., Gedenkstukken in Nederland.
Vreede, G. W., De laatste ziekte van Prins Maurits, in: Nij-hoffs Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde 4de reeks, BI, p. 99).
62