Geschiedenis der Portugeesche Joden te Amsterdam 1593-1925

24

Ozorio, Dr. David Farrar en Jacob Israël Belmonte. In 1639 kwam deze Gebroederschap den Vereenigde Gemeenten ten goede. Van 1834 af werden de zieken in het toen gestichte Ziekenhuis „ Meshib Néfes” (Rapenburgerstraat hoek Rapenburg) verpleegd; eerst in 1850, toen de zorg voor de zieke gemeenteleden naar het college van Parnassim overging, werd Bikur Cholim opgeheven.

Van groote beteekenis, ook nog in onze dagen, is de Gebroederschap „Santa Companhia de Dotar Orphas en Donzenas”, in den volksmond de „Sortes” (= loten) genoemd. Zij werd op aansporen van Jacob Coronel uit Hamburg door den eersten Chagam Jozef Pardo in 1615 in het leven geroepen. Bij haar oprichting telde zij slechts 20 leden, maar het ledental nam zóódanig toe, dat dit in 1683 reeds 400 was, terwijl de Vereeniging toen in het bezit was van een kapitaal van ƒ 50.000.

Telken jare, op Purim Susan, den 2en dag van het Lotenfeest, worden in de Synagoge, ten overstaan van den Chagam der Gemeente en Bestuurderen, met inachtneming van het eeuwenoude ceremonieel uit de familieleden der lidmaten door het lot eenige meisjes aangewezen, die in het bezit van' een huwelijksgeld worden gesteld, dat naarmate den graad van bloedverwantschap is vastgesteld. Eén der eerste voorwaarden is dat zij, die een huwelijksgeld heeft getrokken, met een Sephardischen Jood trouwt.

Tegenwoordig is het lidmaatschap voor elk lid der Portu-geesch Israël. Gemeente opengesteld tegen een inkoopgeld van / 100—.

Van onschatbare waarde voor hen, die financiëele hulp behoefden, was de Instelling „Chonen Dalim”, in 1625 door-de Rabbijnen David Pardo en Saul Levi Morteyra, in vereeniging met David Cohen Henriquez opgericht. Zij verschafte rentelooze voorschotten op lange termijnen, tegen zekerheids-stelling. In elk der drie Gemeenten bestond een dergelijke voorschotbank, welke een gemeentelijke subsidie ontvingen. In 1639, bij de vereeniging der drie Gemeenten, smolten deze drie banken eveneens samen en bleven deze gecombineerd voortbestaan tot 1690. Later heeft het „Leenfonds”, dat