Dank
Graag wil ik allen bedanken die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit boek. Met name zijn dit degenen, die bereid waren hun belevenissen prijs te geven. Zij komen in dit boek vaak uitgebreid aan het woord. Mijn grote respect gaat uit naar hen, die de kracht opbrachten om over hun kampervaringen te vertellen. Sommigen deden dit voor de eerste maal, hetgeen moeilijk was en vaak pijnlijke herinneringen met zich meebracht. Toch wilden zij hun verhaal doorgeven.
De familie van Philip Mechanicus heeft getracht mij zo goed mogelijk te helpen. Vooral zijn dochters Juul, Rita en Ruth hebben vele uren over hun vader gepraat en mij van bruikbare gegevens, documenten en foto’s voorzien. Ook de neven en nichten en andere familieleden zijn mij van dienst geweest. Een blijk van oprechte waardering geldt voor hun medewerking.
Verder zijn er de tientallen instanties en personen die mij bij het onderzoek hebben geholpen. Aan hen ben ik veel erkentelijkheid verschuldigd. In het bijzonder wil ik noemen: Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Gemeentearchief en Bevolkingsregister Amsterdam, Nederlands Persmuseum, Ministerie van Justitie, Rijksarchief Den Haag, Koninklijke Bibliotheek Den Haag, Centraal Bureau voor Genealogie Den Haag, Nederlands Auschwitz Comité en de redactie van het kro-radioprogramma Adres Onbekend. Voorts de volgende personen: Bert Huizing, Frits van Echten, G.W.B. Borrie, Nanda van der Zee, René Vos, Bertus Mulder, de familie De Swarte, Ph. van Praag, Hans Banus, René Kok, Erik Somers, J.J. van der Laan, Ben Looijesteijn, Gerda van der Werff (voor de familiestamboom) en alle anderen die hebben meegewerkt.
Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork gaf mij de kans dit boek te maken en financierde het onderzoek. Dank gaat uit naar alle medewerkers, voor hun hulp en stimulerende woorden. Met name noem ik Hans Colpa, die mij hielp met het onderzoek, en Ben Prinsen en Dirk Mulder die mij van waardevolle adviezen voorzagen.
Tot slot gaat een bijzonder woord van dank uit naar mijn vrouw Els, voor al het vertrouwen, de aanmoedigingen en de vele, vele uren die zij in dit project heeft gestoken. Zij ontcijferde ook opnieuw Mechanicus’ dagboekschriften.
13