behoorende bij het academisch Proefschrift: „De arbeidsovereenkomsten in de diamantindustrie” , op Donderdag 21 Juni 1900 te Amsterdam te verdedigen.
I.Terecht leest Ihering in 1. 5 § 10, de inst. act: discipu-lus servis.
II.
Naar Romeinsch Recht kan men zich bij een contract verbinden , zonder den inhoud daarvan te kennen.
III.
Het bepaalde in art. 1831 B. W. — als een verschil tusschen operae liberales en illiberales past niet in het stelsel onzer wet.
IV.
Er bestaat geen practisch verschil tusschen de contracten „aanneming van werk’’ en „huur van diensten”.
V.
De reparateur van pijpen en kunstdraaiwerk die, nadat hij een voorwerp ter reparatie heeft aangenomen, den besteller een brieije geeft van dezen inhoud: