"Hij had z'n haren lang laten groeien, die golfden langs zijn blanke gezicht. Hij droeg 'n gouden bril met groote, ronde glazen, waarachter z'n grijsgroene ogen klein waren. Z'n zinnelijke mond was vol en rood. Daarboven boog zich de sierlijke Hebreeuwsche neus d la Sarah Bernard. Z'n gelaat ging in 'n weeke, ronde lijn, die hem ■ iets vrouwelijks gaf en hem een joodsch melancholiek uiterlijk verleende". (Uit: Het zotte vleesch)