Hypothese C. Wanneer wij nu de Joodse gebruiken zien zoals die zich ontwikkelen volgens de opgaven van de geïnterviewden over hun, meestal jong gehuwde, volwassen kinderen, dan schijnt uit de cijfers te blijken dat tussen deze jongste generatie en hun ouders geen traditie-verval plaats heeft. Wij nemen weer als voorbeeld de mezoezah en zien hier tussen de twee generatie-groepen geen significant verschil in overeenstemming met wat wij reeds verondersteld hebben.
Tabel 4. Mededelingen over de mezoezah.
wel
niet
ouders met volwassen kinderen
over zichzelf
8
SA-
ouders over hun volwassen kinderen
I 2
50
ki = 0,2323 Geen significant verschil.
Wanneer wij uitgaan van de in hoofdstuk 2, onder hypothese 1, veronderstelde verminderde Joodse traditie per generatie en tegelijk aannemen dat, zoals hierboven aangetoond, gezinnen met jonge kinderen tijdelijk een versterkt traditioneel patroon vertonen, dan kan men een en ander als volgt in symbolen uitdrukken.
Wij maken daarbij gebruik van de algebraïsche vorm van n vergelijkingen met n onbekenden. Onbekenden worden dus voorgesteld door de symbolen x en y. Dit zijn respectievelijk het werkelijke verval der traditie en de opleving van de traditie door „child oriented edu-cation”. De bekenden a, b en c zijn gegevens, die ons door middel van de enquête zijn medegedeeld.
5«