vielen, in de laagste sociaal-economische klasse in een hoger percentage voorkomt dan in een andere klasse. Een gevolg hiervan is mede dat het op het eerste gezicht opvalt, dat diegenen die tot de laagste sociaal-economische klasse behoren, proportioneel in veel sterkere mate voorkomen bij de onkerkelijken en in veel geringere mate bij de Joodse kerkgenootschappen zijn aangesloten dan de twee overige sociaal-economische klassen.
Tabel 82.
maatschappelijke status
onkerkelijk
aangesloten bij Joods
kerkgenootschap
hoog
21
29
midden
49
48
laag
3i
23
(kr = 0,0594 Dit is bijna significant).
De geïnterviewden in de categorie van diegenen die de oorlog zijn doorgekomen door het feit, dat zij door de Duitse instanties werden beschouwd als gemengd gehuwd of half Joods, konden als volgt in drie klassen worden ingedeeld:
Tabel 83.
hoog 4 midden 20 laag 26
Wanneer men nu de vraag over de kerkgenootschappen opnieuw bekijkt in verhouding tot de sociaal-economische klassen, maar zonder dat de categorie van de zogenaamde half-Joden en gemengd gehuwden daarbij betrokken is, dan blijken de volgende getallen te gelden:
Tabel 84.
maatschappelijke status: onkerkelijk aangesloten bij Joods
kerkgenootschap
hoog 19 27
midden 36 42
laag 12 17
99