was een tijdlang op een handelskantoor werkzaam, doch wijdt zich sinds jaren uitsluitend aan de letteren/’
Is dat niet verrukkelijk? Is dat niet een geweldig goed teken? Diezelfde Mok, op een handelskantoor begonnen, die zich ineens uitsluitend aan de Letteren ging wijden — ondanks dat schrijft nou juist zo’n man op een manier die aan bokke-sprongen herinnert.
Ik hoop dat bij Mok de victorie begint. Ik hoop dat er een dag komt waarop de gehele Nederlandse dichtersbent op een avond — in de avondzon — een sober balcon betreedt en zich afvraagt:
”Waarom ben ik geen kip of haan, dan had ik bonte veren aan ..
Want dat vraagt men zich te weinig af in dit land In Nederland, kortom, zit men te weinig als een Mok op de haverkist.
Ik zou zeggen: lees dit boekje, en probéér het.
J. A. Blokker
7