STORM UIT HET OOSTEN
I
Amsterdam
Amsterdam, stad van steen en water, gelijk het geen stad ooit is geweest, weer begint er een eenzame prater te mijmeren over uw schone geest; hij houdt het hoofd naar de stilte gebogen waarin uw levenskracht verankerd ligt en vangt een morgenhemel in zijn ogen, dieper dan het bereik van zijn gezicht.
Wolken en wind bewegen hun lichamen onhoorbaar door het stilstaand morgenblauw en lopen boven Amsterdam tezamen tot een hoog en doorzichtig gebouw.
Amsterdam is niet een van vele steden, haar ziel staat in haar oogopslag onthuld, men moet haar in een wijde mantel kleden van liefde die geen pijn of twijfel duldt, alleen verwondering, verrukte overgave aan een stad die zoveel leven won cn neerligt aan de boezem van haar haven, bestroomd door wolkengrijs en golven zon.
Wie Amsterdam zegt, heeft geen naam gesproken waarmee de angst zich te omheinen poogt, zijn stem is naar een verte doorgebroken wier witte brand slechts helderheid gedoogt. Vandaar: geen stad heeft zoveel dichter monden doen stamelen en zingen als die stad, en nimmer liep een mens zijn levensronde
5