Storm uit het Oosten

Titel
Storm uit het Oosten

Jaar
1952

Overig
poezie

Pagina's
45



STORM UIT HET OOSTEN

VI

Epiloog

Amsterdam, stad van steen en water,

gelijk het geen stad ooit is geweest,

ook deze storm verwoei, slechts in een eenzaam prater

huivert de brand na van dat groot tempeest.

Alle herdenken is amechtig dwalen in ruimten door geen schim bewoond; leven kan slechts in vormen ademhalen, met schijngestalten wordt de dood verschoond. Daarom: zo er ooit woorden zijn gesproken die door hun eigen pijn werden vernield, dan deze, van iedere droom verstoken die mensentaal met eeuwigheid bezielt.

De stad der steden is te fel geschonden, de glimlach in haar trekken is versteend, nog krimpt haar lichaam van verborgen wonden en angst die niet kon worden uitgeweend.

De voetstap klinkt hier niet meer in het wijde als in de branding van een zee te loor, de mijmering stuit op het barre lijden, de golf van bloed die tot een muur bevroor.

Al peinzende verging het laatste hopen dat iets aan de vernietiging ontkwam, dat ergens vonken door de ruimte lopen van de verminkte ziel van Amsterdam; en toch, uit tweemaal honderdduizend ogen viel het gedoofde licht op deze hand,

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.